Niet iedereen heeft een tuin
Het is geen behang vol repeterende bloemmotieven, geen romantische impressie van de natuur in subtiele aquarelvlekken en geen confrontatie met de gevaarlijke wildernis in vette verfklodders. Een fotografische afbeelding is het evenmin. Het is de schoonheid, maar ook de geheime, donkere kant van een natuur die zich nooit volledig prijsgeeft. Het is vrijheid, maar ook de nauwkeurige beheersing van iedere lijn, vlek, schaduw, ieder blaadje en iedere bloemknop. Ellen van Eldik toont de veranderlijke kwaliteiten van de natuur op de wand van een woning in Almen, Gelderland. De schildering vult de hele wand. Toch schreeuwt ze niet luidruchtig om aandacht. Als een geheime tuin die nog ontdekt moet worden, telkens weer, zo wacht de wandschildering geduldig op de achtergrond.
Al sinds mensenheugenis proberen wij mensen vat te krijgen op de natuur. Nu eens is zij onze grote vijand die we met sluwe uitvindingen moeten bedwingen. Dan weer inspireert zij tot romantische overdenkingen die we willen vangen in poëtische woorden, lichte klanken, zachte pasteltinten of heldere kleuren. Nu eens vrezen we haar onbeheersbare almacht en proberen die uit te drukken in zware muziektonen of te verbeelden in donkere, bruine en groene verfstreken. Dan weer imiteren we haar idyllische esthetiek in keurig aangelegde tuinen en decoratieve patronen op serviezen, kleden, meubels, behang.
Kunstenaars verwijzen vaak naar de oude spreuk ‘Natura Artis Magistra’: de natuur is de leermeesteres van kunst en wetenschap. De natuur diende bijvoorbeeld als inspiratiebron in de tijd van de Romantiek, eind 18e eeuw tot midden 19e eeuw. Schilders als Friedrich, Runge, Constable, Turner en Delacroix toonden in melancholische schilderijen de schoonheid, maar ook de sublieme, bijna angstaanjagende grootsheid van de natuur, die ons doet beseffen hoe nietig we zijn. Het Impressionisme, een stroming die vooral in Frankrijk floreerde van 1860-1914, gaf een andere benadering. De realiteit werd door de Impressionisten niet gezien als een optelsom van vormen en objecten maar als een wisselend organisch spel van kleurvlakken, licht en donker. Het menselijke oog maakt van al die vlakken een totaalbeeld, zo was de redenering. Schilders als Cézanne, Monet, Renoir en Degas probeerden daarom het moment te vangen in snelle, schetsmatige verfstreken. De natuur bleek een geweldig thema voor die benadering en omdat er inmiddels sterk verbeterde verfsoorten waren, die niet vliegensvlug opdroogden, schilderden ze bij voorkeur in de buitenlucht. Na het Impressionisme was de natuur een tijdlang minder populair onder kunstenaars, tenzij in sterk geabstraheerde vorm. Toch is het thema nooit verdwenen. Tegenwoordig buigen kunstenaars zich over bloemen, planten, landschappen en zeeën omdat ze de relatie mens natuur ondervragen, omdat ze met een kritische blik kijken naar de aantasting van de natuurlijke omgeving of omdat ze de tijdloze schoonheid en de mysterieuze kracht van de natuur willen benutten om sterke emoties te evoceren.
In van Eldiks schilderijen en tekeningen komen veel kwaliteiten uit historische kunststromingen en hedendaagse overwegingen samen. In haar werkwijze herkennen we bijvoorbeeld iets van de Romantici, onder andere de aandacht voor precisie en details en de impliciete verwijzingen naar een wereld áchter de zichtbare wereld. Overeenkomsten zijn nog sterker te vinden bij de Impressionisten. Zij laat zich, net als deze schilders,
het liefst direct inspireren door wat ze om zich heen ziet, de tuin rond haar huis in het Gelderse, die ze deels in zijn natuurlijke staat liet en deels omtoverde tot een bloeiende bloementuin. Net als de Impressionisten laat ook van Eldik een amalgaam aan kleurvlakken en een spel van licht en donker zien, waarin het de toeschouwer vrij staat een tuin, dan wel een onontgonnen stuk natuur te ontwaren. Een laatste overeenkomst is de liefde voor fotografie. De ontdekking van de fotografie in de 19e eeuw werd door de Impressionisten toegejuicht, omdat de nieuwe techniek het mogelijk maakte om dat wat zij nastreefden, het vastleggen van een moment, daadwerkelijk te realiseren. Bij van Eldik neemt fotografie soms een autonome plek in en soms dient zij als hulpmiddel voor haar schilderijen en tekeningen.
De muurschildering in Almen past in haar oeuvre. In al haar tekeningen, schilderijen en foto’s spelen abstractie en herkenbare florale motieven een spel met de waarneming. Door in te zoomen op details, door vreemde relaties te leggen en door bloemen in het gelid te zetten als repetitieve decoratieve patronen, biedt ze de toeschouwer volop ruimte voor eigen interpretaties. De wandschilderingen wijken enigermate af van haar overige werk omdat ze zich naadloos voegen naar de locatie, zowel wat betreft de maten van de muren als de atmosfeer van de huizen. Toch kunnen ze gezien worden als autonome schilderijen, waarin alle aspecten van van Eldiks fascinatie voor de natuur samenvloeien.
Niet iedereen heeft een tuin. Maar dat is niet erg. Ellen van Eldik weet immers op iedere locatie een prachttuin te realiseren.
Louise Schouwenberg